vrijdag 28 oktober 2016

M'n tante d'r bloes lesvoorbereding

Ik heb dit liedje gekozen, omdat ik het liedje van mijn eigen basisschooltijd ken. Daarbij kun je er veel over vertellen. Zo kun je ook nog vertellen over de vaak gebruikte instumenten en de geschiedenis van de blues muziek. Het liedje staat in het boek eigenwijs.

Inleiding:

Ik vertel dat we een blues liedje gaan zingen, bij blues liedjes is de begeleiding, dus de instrumenten die de muziek spelen vaak ongeveer hetzelfde. Ik vraag of de kinderen weten welke instrumenten er vaak in bluesmuziek zitten.
Antwoord: drums, basgitaar, gitaar en piano.
Vervolgens laat in een stukje van het liedje Johnny be goode zonder tekst horen, om een voorbeeld te geven van buesmuziek.
Ik vertel het doel van de les: aan het einde van de les kennen de kinderen het lied: Tantes bloes.

Aanleerfase:
Voordat ik het lied voor de eerste keer laat horen vertel ik de luistervraag: Waar gaat het liedje eigenlijk over?
Ik laat het liedje horen.
Ik krijg antwoord op de vraag: Het liedje gaat over een tante die allemaal rare dingen doet.
Daarna vraag ik: Als je dit liedje een nieuwe titel moet geven, wat zal dit dan zijn?
Ik krijg antwoord op mijn vraag: Bijvoorbeeld, mijn rare tante.

Instudeerfase:
Ik: En ik zal je wat vertellen
Groep: van m’n tante d’r bloes.
Ik: Die is gekrompen met vier maten,
Groep: dat is niet de poes.
Ik: ’t Gebeurde in de wasserette,
Groep: ’t is maar dat je ’t weet.
Ik: ’t Is eeuwig zonde, maar ’t is logisch,
Groep: want het water was te heet.
Ik: Nu hangt ie zielig in een hoekie,
Groep: op een hanger naast een broekie in de kast. Oh yeah.

Vervolgens:
Ik: Ik zal je wat vertellen van m’n tante d’r bloes.
Groep: Die is gekrompen met vier maten, dat is niet voor de poes.
Ik: ’t Gebeurde in de wasserette, ’t is maar dat je ’t weet.
Groep: ’t Is eeuwig zonde, maar ’t is logisch want het water was te heet.
Ik: Nu hangt hij zielig in een hoekie op een hanger naast een broekie in de kast. Oh yeah.

Daarna zingt de groep het liedje alleen.

Na het zingen van het lied ga ik bewegingen koppelen aan het lied.
1e couplet:
-Bij: poes (‘die is gekrompen met vier maten, dat is niet voor de poes’) maken de kinderen poezenoortjes boven hun hoofd.
2e couplet:
- Bij klap: (‘Ze heeft een tweede paar verspeeld, nu komt het derde, kun je lachen let maar op… Klap!) Moeten de kinderen tussen ‘op…’ en ‘Klap!’ één keer klappen.
-Bij: uit elkaar klapt (‘en verbaasd zich telkens dat zo’n ding dan uit elkaar klapt.’) maken de kinderen een ontploffingsgebaar, ze spreiden hun armen zo ver mogelijk.
-Bij: tweede en derde (‘Ze heeft een tweede paar verspild, nu komt het derde, kun je lachen, let maar op.’) maken de kinderen met hun handen het getal 2 en 3.
3e couplet:
-Bij: geveld ('nu is hij door zijn moe geveld, je staat versteld!’) maken de kinderen een gebaar met hun hand langs hun nek, als in gekeeld. 


De theorie over de weg geef methode die ik gebuik en het gebruik van beweging bij het aanleren van muziek staat in het boek Muziek Meester. 

Afluiting:
We zingen ieder couplet nog een keer apart met de bewegingen erbij. Daarna zingen de kinderen het liedje alleen met de bewegingen erbij.
Nu kennen de kinderen het liedje: M’n tantes bloes.

Bronvermelding:
Lei, R van der & Haverkort, F &Noordam, L. (2015) Muziek Meester. Amesfoort: ThiemeMeulenhof.

Lei, R van der & Haverkort, F &Noordam, L. (2009) Eigenwijs. Stichting ter bevordering van de muziekale vorming.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten