betekenis:
Geef aan op welke manier je de inhoud van de
opdracht hebt verwerkt? Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij
het onderwerp.
De associaties die ik heb met herfst zijn vooral het
wandelen door het park, het zoeken van kastanjes en het maken van een
herfststukje van materialen die ik zelf heb gevonden.
Vroeger ging in vaak naar een park toe, vlak bij mij in de buurt. Hier kon ik de hele dag rondlopen om op onderzoek te gaan, naar de verschillende tekenen van de herfst. Vooral het veranderen van de kleuren van de bladeren vond ik altijd fascinerend om te zien.
Vroeger ging in vaak naar een park toe, vlak bij mij in de buurt. Hier kon ik de hele dag rondlopen om op onderzoek te gaan, naar de verschillende tekenen van de herfst. Vooral het veranderen van de kleuren van de bladeren vond ik altijd fascinerend om te zien.
Vorm:
Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
materie:
Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van
het gebruik van dat materiaal? Had je een nog andere materialen of
gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom?
Ik heb gewerkt met de kleuren rood, geel en blauw. Deze
kleuren waren erg handig om mee te schilderen, omdat het de primaire kleuren
zijn en je er andere kleuren mee kan maken. Ik had het fijn gevonden om ook de
kleuren zwart, wit en bruin te kunnen gebruiken, omdat je dan beter de kleur
kan maken die je wilt.
Verder
heb ik gewerkt met een dik vel papier, potlood, gum, een dikke en een dunne
kwast, water, en een mengbakje. Beschouwing:
Welke beelden heb je gebruikt om je te laten
inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven
over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het
werken met het materiaal en de techniek? Geef aan waar je dat in het werk
duidelijk terugziet (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Ik heb naar verschillende foto’s van een herfstpark gekeken
en in elke foto zie je de herfstkleuren terug. Daarbij zit in iedere foto die
ik heb gezien lijnperspectief, bijvoorbeeld door bomen dichtbij en ver weg of
een pad die verder door loopt en uit de foto verdwijnt.
Dit is mijn inspiratie foto:
Werkzwijze
Had je al eens eerder met dit materiaal en deze
techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
Ik heb al eerder met deze materialen en techniek gewerkt. Ik heb ondekt dat je op papier beter dun kan schilderen. Dus weinig verf en veel water, als je dit niet doet, droogt het papier gekruld op en dit ziet er niet mooi uit. Ik vond het lastig om dun te schilderen en kreeg dit pas onder de knie in de loop van de opdracht.
onderzoek:
Beschrijf en laat met beelden zien welke stappen
je in het werkproces hebt gezet. Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? Hoe heb
je de andere 5 componenten in dit proces meegenomen?
Ik heb eerst met potlood een schets gemaakt, hierbij heb ik
echt alleen de grote lijnen uitgezet. Eerst heb ik de horizontale lijn
getekend, deze geldt als basis. Daarna heb ik de rest van de tekening geschetst,
dus de bomen en het pad.
Vervolgens ben ik begonnen met het invullen van de grond,
deze was bedekt met bladeren.
Daarna ben ik de bomen gaan invullen.
Door veel te mengen heb ik de goede kleuren gekregen.
Hierna heb ik het pad, het water en de lucht ingevuld. Het was voor mij belangrijk dat de lucht erg licht werd, zodat de herfstkleuren van de bomen extra veel opvielen.
Daarna ben ik de bomen gaan invullen.
Door veel te mengen heb ik de goede kleuren gekregen.
Hierna heb ik het pad, het water en de lucht ingevuld. Het was voor mij belangrijk dat de lucht erg licht werd, zodat de herfstkleuren van de bomen extra veel opvielen.
Wat vind je geslaagd? Leg uit.
Ik vind dat het mengen van de kleuren erg goed is gegaan, je ziet duidelijk dat het herfst is.
Wat kon beter? Waarom?
Ik heb erg dik geschilderd, dit kon wel wat dunner. Ik kan
dit veranderen door de volgende keer meer water te gebruiken tijdens het
schilderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten