We kregen de opdracht om een wachtende persoon te boetseren.
Als voorbereiding daarop hebben we foto's bekeken van wachtende mensen en besproken hoe ze er uitzien.
Wachtende mensen hebben vaak een passieve houding, ze hebben niets te doen en staan, of zitten, er ontspannen bij.
Hun schouders hangen naar beneden, hun rug is gebogen of ze hangen tegen een muur.
We moesten proberen om dit beeld zo realistisch mogelijk na te maken.
Dit zijn de resultaten van mijn werk:
zondag 30 oktober 2016
Trepak
Het muziekstuk:
Voor de luisteropdracht heb ik gekozen voor het liedje Trepak.
Trepak is geschreven door Pjotr Ilitsj tsjaikovski. Pjotr was een Russische
componist. Het lukte hem om invloeden uit de westerse klassieke muziek te
verbinden met oude Russische muziek. Zijn muziek was geliefd, omdat hij
gebruik maakte van veel verschillende instrumenten en melodieën.
Het stuk Trepak is geschreven voor het ballet De
notenkraker. Trepak is gebaseerd op de traditionele Oekraïense folkmuziek en
het is een bekend lied uit De notenkraker.
De vragen:
De vragen die ik ga stellen, heb ik bewust gekozen, ik ga
vragen stellen over klank, vorm en betekenis. Met deze vragen betrek ik de
kinderen goed bij de muziek en gaan ze er echt over nadenken. De vragen hebben
te maken met het KVB-model, de theorie over dit model staat in het boek: Muziek
Meester, hoofdstuk drie.
Voordat ik de muziek laat horen, stel ik eerst de vragen,
zodat de kinderen goed weten waar ze op moeten letten en allemaal meedoen.
Luistervragen:
De eerste luistervragen die ik ga stellen hebben te maken met klank. Er zitten veel verschillen in klank, is het hoog of laag, hard of zacht, lang of kort? Ik wil dat de kinderen goed luisteren, zodat ze horen hoe de melodie in elkaar zit.
De vraag is: Zitten er verschillen in de klank van dit liedje, is het hoog of laag, hard of zacht?
De eerste luistervragen die ik ga stellen hebben te maken met klank. Er zitten veel verschillen in klank, is het hoog of laag, hard of zacht, lang of kort? Ik wil dat de kinderen goed luisteren, zodat ze horen hoe de melodie in elkaar zit.
De vraag is: Zitten er verschillen in de klank van dit liedje, is het hoog of laag, hard of zacht?
De tweede luistervraag die ik ga stellen heeft ook te maken
met klank. Welke instrumenten hoor je? Hoeveel verschillende instrumenten hoor
je?
De derde en vierde vraag die ik ga stellen hebben te maken
met vorm.
Ik laat een stukje van de muziek horen, van seconde 0:00 tot en met 0:08, en vraag hoe vaak dit stukje herhaald wordt.
Ik laat een stukje van de muziek horen, van seconde 0:00 tot en met 0:08, en vraag hoe vaak dit stukje herhaald wordt.
(Antwoord: 2 keer zonder variatie en nog 2 keer met
variatie)
Ik laat een stukje van de muziek horen, van seconde 0:41
tot en met 0:43, en vraag welke variatie er in de herhalingen van dit stukje
muziek zitten. (In de seconde 0:43 tot en met 0:48.)
(Antwoord: het wordt steeds harder en het volgt elkaar
sneller op.)
De vijfde en zesde vraag die ik ga stellen gaan over
betekenis.
Als je dit lied een andere titel mag geven, wat zou dit dan
zijn?
Welke emoties voel je bij dit lied, boos, blij, paniek,
irritatie? Hoe komt dit?
Omdat ik het belangrijk vind dat kinderen een mening vormen
bij muziek heb ik een tweede deel bij de opdracht gemaakt. De kinderen krijgen
ieder een blad met verschillende foto’s, met schrijfruimte eronder. Ik laat
stukjes van verschillende liedjes horen en de kinderen schrijven op bij welke foto
ze het stukje vinden horen en waarom. Ik laat de stukjes van de liedjes
verschillende keren horen, zodat de kinderen genoeg tijd hebben om een mening
te vormen en deze op te schrijven.
Dit is het blad met de foto's en schrijfruimte:
De liedjes die ik heb uitgekozen bij deze opdracht zijn:
Trepak - Pjotr Ilitsj tsjaikovski
Country roads - John Denver
Piano Concerto 1 - Mozart
To the water - Matt Simons
Holiday - Greenday
Ik laat van elk liedje de eerste 30 seconde horen.
Bronvermelding:
Lei, R van der & Haverkort, F &Noordam, L. (2015) Muziek Meester. Amesfoort: ThiemeMeulenhof.
Trepak - Pjotr Ilitsj tsjaikovski
Country roads - John Denver
Piano Concerto 1 - Mozart
To the water - Matt Simons
Holiday - Greenday
Ik laat van elk liedje de eerste 30 seconde horen.
Bronvermelding:
Lei, R van der & Haverkort, F &Noordam, L. (2015) Muziek Meester. Amesfoort: ThiemeMeulenhof.
vrijdag 28 oktober 2016
M'n tante d'r bloes lesvoorbereding
Ik heb dit liedje gekozen, omdat ik het liedje van mijn eigen basisschooltijd ken. Daarbij kun je er veel over vertellen. Zo kun je ook nog vertellen over de vaak gebruikte instumenten en de geschiedenis van de blues muziek. Het liedje staat in het boek eigenwijs.
Inleiding:
Inleiding:
Ik vertel dat we een blues liedje gaan zingen,
bij blues liedjes is de begeleiding, dus de instrumenten die de muziek spelen
vaak ongeveer hetzelfde. Ik vraag of de kinderen weten welke instrumenten er
vaak in bluesmuziek zitten.
Antwoord: drums, basgitaar, gitaar en piano.
Vervolgens laat in een stukje van het liedje
Johnny be goode zonder tekst horen, om een voorbeeld te geven van buesmuziek.
Ik vertel het doel van de les: aan het einde van de les kennen de kinderen het lied: Tantes bloes. Aanleerfase:
Afluiting:
|
Abonneren op:
Posts (Atom)